Vlaanderen: laat de Rand niet los!

IJzerwake 2007

Voor de zesde maal riep de vzw IJzerwake alle Vlamingen, voor wie het testament van de Fronters nog niets aan betekenis verloren heeft, op om samen te komen te Steenstrate, nabij het monument van de gebroeders van Raemdonck.

Precies 90 jaar geleden sneuvelden deze jongens uit Temse in deze vlakte.

Eveneens 90 jaar geleden werd de brief aan koning Albert geschreven op de Vlaamse Feestdag, en in december van datzelfde jaar riepen de Activisten in het bezette land de zelfstandigheid van Vlaanderen uit.

De vendeliers van Speelschaar Ossaert dragen bij tot een passend eerbetoon.

En er is naast de traditionele herdenking en bloemenhulde aandacht voor de actualiteit. Zal de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde onverwijld een feit zijn op 19 augustus?

Kan onze voorzitter de aankomende, beloofde staatshervorming reeds bekritiseren, of zal de ontbinding van dit koninkrijk bij gebrek aan een coherente regering in het verschiet liggen? Hoe dan ook vragen wij met gastspreker Johan Laeremans uw aandacht voor de problematiek van de Vlaamse Rand.

Onze gastzangeres Micha Marah brengt enkele liederen uit de jaren ‘80 opnieuw, liederen die destijds de acties zoals ‘wij houden van ieder die het Vlaams karakter van onze gemeente eerbiedigt’ en de startende ‘Gordel’ rond Brussel mee ondersteunden.

Ook zanggroep Hexa brengt liederen over Brussel, terwijl de actiegroepen en studentenverenigingen worden bedankt voor hun inzet in de Rand.

De historische bindteksten van Erik Verstraete en de scherpe actualiteitsverzen van Anton Aldi omkaderen het geheel.

Gust Teugels dirigeert fanfare en zangkoren, en leidt de samenzang. De muziekkapel van het VNJ is zoals ieder jaar weer present, terwijl het VNJ zelf opnieuw een kinderopvang organiseert.

Elke Heylen en Hans Schoofs nemen de presentatie voor hun rekening, terwijl ook Wilfried Haesen zijn medewerking verleent.

Na de IJzerwake kan men bij pot en pint en zang oude bekenden ontmoeten op het IJzertreffen. Voor het eerst staan hier ook de boekenstanden onder een grote tent, waar u ze voor en na de wake kunt bezoeken. Een aanrader!

Verslag

2007, zesde IJzerwake

Op zondag 19 augustus bliezen meer dan 5.000 Vlamingen in het West-Vlaamse Steenstraete verzamelen voor de jaarlijkse IJzerwake. Net zoals de voorbije vijf edities werd de wake een stijlvol, waardig en radicaal gebeuren. Niet alleen een moment van ingetogen herdenking, van dankbare terugblik, van bezinning en rouw. Maar vooral ook, in de geest van de Fronters, een moment van hoop, van doorzetting en van vertrouwen op de toekomst.

De hoogmis van de Vlaamse onafhankelijkheidsbeweging vindt steeds plaats op de locatie waar destijds duizenden vooral Vlaamse soldaten slachtoffer werden van de allereerste Duitse gasaanval. De plaats ook waar de bekende gebroeders Van Raemdonck op dramatische wijze de dood vonden; en dit jaar was dat precies negen decennia geleden. Daarnaast was het eveneens 90 jaar geleden dat de Vlaamse Frontsoldaten hun bekende brief aan koning Albert richtten, en dat de Activisten onder impuls van dr. August Borms de onafhankelijkheid van Vlaanderen uitriepen. Een daad waarvoor het Belgisch regime zich achteraf overigens nog op de man zou wreken…

IJzerwake-voorzitter Johan Vanslambrouck wees in zijn toespraak op de impact die de historische en revolutionaire daad van de Activisten tot vandaag heeft. “Veel praktische gevolgen had het misschien niet, maar in de geesten werden de bakens definitief verzet: als België de ontwikkeling van Vlaanderen definitief in de weg staat, dan moet België verdwijnen. Dat is en blijft de maatstaf waarmee elke staatshervorming moet worden afgewogen.”

Vanzelfsprekend ging veel aandacht uit naar het welbekende en actuele thema van de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde en van het gerechtelijk arrondissement Brussel. Een splitsing die zonder meer noodzakelijk is als een eerste en dringende maatregel om Vlaams-Brabant te behoeden voor verdere verfransing. Maar ook een splitsing die tot op heden door de Franstaligen arrogant wordt afgewezen. Voor Vanslambrouck duidde het onverzettelijke Franstalige ‘non’ op twee zaken: enerzijds op de manifeste onwil om het Vlaamse grondgebied te respecteren, en anderzijds op de onwil om de grondwet na te leven. “Waarom zou Vlaanderen nog langer solidair moeten zijn met een buur die noch de gemaakte afspraken, noch het Vlaamse grondgebied wil respecteren?” vroeg hij zich dan ook terecht af. Hij besloot met een niet mis te verstane boodschap aan de Vlaamse politici: “enkel door consequent gebruik te maken van onze democratische meerderheid en door de Belgische wetjes waar nodig opzij te schuiven zal Vlaanderen bereiken wat het moet bereiken: de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde als voorbode voor de onafhankelijke Vlaamse staat.”

Gastspreker was deze keer de heer Johan Laeremans, onvermoeibaar actief in tal van Vlaamse organisaties in de Rand en tevens hoofdredacteur van ‘De Zes’. Hij sprak de IJzerwakers toe over de situatie in de Vlaamse gordel rond Brussel en schetste daarbij een somber beeld van de situatie in de randgemeenten. De verfransing duurt immers in de zes faciliteitengemeenten nog steeds onverminderd voort. “Wallonië houdt onverkort aan het territorialiteitsbeginsel van zijn grondgebied. Waals-Brabant is integraal Waals. Waarom moeten wij dan de indruk geven dat dat voor Vlaams-Brabant niet het geval is?”, aldus Laeremans. Hij voegde er strijdvaardig aan toe dat het voor iedereen duidelijk dient te zijn “dat geen enkele Vlaamse partij ook maar één gemeente, en zelfs ook maar een gehucht of één straat van ons gewest van ons Vlaams taalgebied kan of mag prijsgeven.” De regeringsonderhandelaars wezen gewaarschuwd. Johan Laeremans had tot slot voor hen nog een woordspeling in petto: “Hoe vertaalt u in het Frans “het eindpunt van België? Le terme de la Belgique.”

Frederik Pas

Toespraak voorzitter Johan Vanslambrouck

In 2007 herdenken we een paar belangrijke data uit onze geschiedenis. Dit jaar precies 90 jaar geleden schreef de Frontbeweging haar eerste open frontbrief. Eveneens 90 jaar geleden riepen de Activisten onder impuls van doctor August Borms de Vlaamse onafhankelijkheid uit. Veel praktische gevolgen had deze revolutionaire daad niet, maar in de geesten werden de bakens definitief verzet: als België de ontwikkeling van Vlaanderen in de weg staat, dan moet België verdwijnen. Dat is en blijft de maatstaf waarmee elke staatshervorming moet afgewogen worden.

Bij de jongste verkiezingen hebben de Vlamingen zich duidelijker dan ooit uitgesproken voor meer Vlaanderen en minder België. Partijen met een duidelijk Vlaams eisenpakket werden hiervoor door de kiezer beloond. Na de verkiezingsbeloftes moeten nu de daden volgen. Het is tijd voor vijf minuutjes politieke moed. Om te beginnen om de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde en het gerechtelijk arrondissement Brussel te splitsen.

Het Franstalige ‘non’ tegen deze splitsing betekent in essentie twee dingen:

  1. De Franstaligen zijn niet bereid om het Vlaamse grondgebied te respecteren;
  2. De Franstaligen zijn niet bereid om de grondwet na leven

Als een belangrijk landsdeel niet langer bereid is om de grondwet na te leven heeft een staat de facto zijn legitimiteit verloren. Als een buurland niet bereid is om het grondgebied van de ander te respecteren, dan is dat een casus belli: een agressie die een oorlog rechtvaardigt. Wij zien nog niet dadelijk Vlaamse en Waalse legioenen tegen elkaar ten strijde trekken, maar waarom zou Vlaanderen nog langer solidair moeten zijn met een buur die noch de gemaakte afspraken (de grondwet), noch het Vlaamse grondgebied wil respecteren?

De Vlaamse partijen hebben voor één keer hun democratische meerderheid gebruikt om – tegen de Franstaligen in – de procedure voor de parlementaire behandeling van de wetsvoorstellen ter zake op te starten.

Eén zwaluw maakt de lente niet en dit gebeuren was zelfs niet de eerste zwaluw.
CD&V-NVA fractieleider Pieter De Crem  haastte zich om te verklaren dat deze kwestie “uiteraard” deel moest uitmaken van de komende regeringsonderhandelingen. De vroegere AVV-VVK-krant noemde het zelfs dom en gevaarlijk om de Vlaamse verzuchtingen te realiseren door gebruik te maken van de Vlaamse democratische meerderheid. Dom en gevaarlijk was inderdaad deze commentaar van De Standaard.

Dom, omdat enkel een Vlaanderen dat bereid is om zijn meerderheidspositie te gebruiken de Franstalige arrogantie kan breken. Gevaarlijk, omdat in een democratie een meerderheid nu eenmaal een meerderheid is. Punt aan de lijn. Wie deze basisregel van de democratie verwerpt kan niet langer een democraat genoemd worden.

Geheel ten onrechte stelt de nota van formateur Leterme dan ook dat de regering bij het begin van de komende parlementaire zittijd een wetsvoorstel betreffende de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde zal indienen. Dit is verloren tijd want de parlementaire procedure is reeds gestart.

Laat het parlement dus zijn werk doen. Eerdere heikele kwesties waar geen regering ooit uitkwam zoals de abortuswetgeving en het stemrecht voor vreemdelingen werden ook in het parlement beslecht. Met een meerderheid tegen een minderheid. Als de Franstaligen het land in een institutionele crisis willen storten omdat het resultaat van de democratisch tot stand gekomen wet hen niet zint, dan is dat hun probleem, niet het onze.

De Franstaligen hebben België nodig, wij niet. De docu-fictie die de RTBF vorig jaar uitzond kan probleemloos worden omgezet in realiteit.

De splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde is een eerste dringende maatregel om  Vlaams-Brabant  te behoeden voor verdere verfransing. Maar deze maatregel volstaat niet. Om te beginnen moet het beleid inzake ruimtelijke ordening totaal anders worden aangepakt. “De Rand groen en Vlaams” is sedert jaren het devies van de jaarlijkse gordelmanifestatie. Vlaamse politici laten zich graag zien op deze manifestatie, maar voeren in de praktijk een beleid dat haaks staat op de politieke bekommernissen van de Gordel. Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen voorziet in een stedelijk gebied ten noorden van Brussel dat naadloos aansluit bij het Brussels Gewest. Met alle kwalijke gevolgen van dien. Verstedelijking en verfransing gaan er hand in hand. Deze nefaste politiek moet zonder meer gestopt worden.

De Vlaamse regering en de lokale besturen moeten werk maken van een echt sociaal woningbeleid. De grond- en bouwprijzen in de hand houden is essentieel wil men de oorspronkelijke Vlaams-Brabantse bevolking nog kansen geven in de eigen streek.

De faciliteiten voor de Franstaligen moeten kort en goed worden afgeschaft. De Franstaligen hebben de faciliteiten misbruikt om deze gemeenten te verfransen. Dat was voorspelbaar, maar het verandert niets aan het feit dat men uit misbruik en fraude geen rechten kan putten.

Laat één ding duidelijk zijn: wie het Vlaams karakter van Vlaams-Brabant niet respecteert heeft slechts één recht: het verhuisrecht.

Zelfbestuur zoals de Fronters dat bedoeld hebben kan vandaag niets anders betekenen dan Vlaamse onafhankelijkheid. Wij zijn dan ook geen vragende partij om het Belgisch federalisme te redden. Een staatshervorming is voor ons dan ook alleen maar aanvaardbaar in de mate dat deze ons dichter brengt bij de Vlaamse stáátsvorming.

Hoe de onderhandelingen zullen evolueren, valt nog af te wachten. Maar één ding weten we nu al zeker: de nota van formateur Leterme voorziet géén enkele ernstige stap in de richting van verdere Vlaamse staatsvorming.

In 1999 keurde een ruime meerderheid van het Vlaams Parlement vijf resoluties goed met het oog op meer Vlaamse bevoegdheden.

Op fiscaal vlak werd de overheveling van de personenbelasting naar de deelstaten bepleit. Hiervan is er in de nota-Leterme geen spoor te bekennen.

In de nota-Leterme vinden we geen maatregelen om de Vlaams-Waalse transfers af te bouwen. Deze miljardentransfers verarmen Vlaanderen substantieel zonder dat ze in Wallonië het zo noodzakelijke economisch herstel teweeg brengen. Integendeel, Wallonië heeft zich geïnstalleerd in de hangmat van de automatische transfers en zakt steeds dieper weg in werkloosheid, verarming en corruptie. Afbouw van de Vlaams-Waalse transfers is geen kwestie van kortzichtig Vlaams egoïsme. Het is een noodzakelijke maartregel om Wallonië te verplichten tot een ernstig economisch herstelbeleid.

In een andere resolutie vroeg het Vlaams Parlement de regionalisering van de gezondheidszorg en de kinderbijslagen. De nota-Leterme voorziet alleen in een beperkte vertegenwoordiging van de deelgebieden in de federale instellingen die ter zake bevoegd zijn, maar de gezondheidszorg blijft federaal. Om een gedegen mobiliteitsbeleid te kunnen voeren moet Vlaanderen dringend de investeringen in spoorweginfrastructuur in eigen hand kunnen nemen. Maar in de voorstellen van Leterme krijgt Vlaanderen alleen een vertegenwoordiger in de Raad van Bestuur van de NMBS. Het spoorwegbeleid blijft federaal.

De voorstellen van formateur Leterme brengen ons dus niet de beloofde grote sprong voorwaarts inzake Vlaams zelfbestuur. Het tegendeel blijkt waar te zijn. Ook met Leterme gaat de Belgische recuperatie verder. In de Belgische constructie hebben de deelgebieden de bevoegdheid om internationale verdragen af te sluiten. In de praktijk betekent dit meestal dat internationale verdragen door alle parlementen die dit koninkrijk rijk is moeten worden geratificeerd.

Leterme stelt voor om deze verdragen voortaan alleen door de Senaat te laten ratificeren. Dit betekent een onaanvaardbare uitholling van het verdragsrecht voor Vlaanderen. Bovendien lopen we het risico om verdragen opgedrongen te krijgen waar in Vlaanderen geen meerderheid voor bestaat.

De Franstaligen vragen reeds lang om het zogenaamde minderhedenverdrag te ratificeren. Dat minderhedenverdrag komt in de praktijk neer op faciliteiten voor alle Franstaligen in heel Vlaanderen. Een Vlaams Parlement, die naam waardig, zal dit nooit goedkeuren zoveel is duidelijk. Maar in de Senaat is het risico op goedkeuring niet denkbeeldig.µ

De wet op het vreemdelingenstemrecht heeft ons geleerd hoe gemakkelijk  er Vlaamse collaborateurs te vinden zijn om aan de Franstaligen een meerderheid te leveren. Die collaborateurs hebben zich trouwens nu reeds aangemeld.

Sven Gatz van de Open VLD – in een vorig politiek leven nog actief in de Volksunie – pleit onomwonden voor het ratificeren van het zogeheten minderhedenverdrag Het Vlaams Parlement mag niet werkeloos toezien hoe het bestuurlijk apparaat vastloopt op het Franstalige ‘non’ tegen een verdere staatshervorming. Hier kunnen buitenlandse voorbeelden inspirerend werken. Zo heeft het Catalaanse parlement los van de Spaanse federatie een autonomiestatuut aangenomen en bij referendum laten goedkeuren door het Catalaanse volk. Hierbij verkreeg Catalonië belangrijke bevoegdheden die niet gelden voor de andere regio’s in Spanje.

Vlaanderen kan dezelfde weg bewandelen. En er is reeds een aanzet voor gegeven: de met grote meerderheid goedgekeurde resoluties uit 1999 kunnen perfect dienen als basis voor een verdere Vlaamse staatsvorming. De Franstaligen blijven alles blokkeren en dus  is het tijd om te handelen. Het Vlaams Parlement moet desnoods tegen de formele Belgische grondwet in deze bevoegdheden op eigen kracht naar zich toe halen. Net zoals de Catalanen dat gedaan hebben. Dat men niet komt aandraven met het argument dat zoiets voor de Spaanse grondwet wel kan, maar niet volgens de Belgische. De niet-splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde is evenzeer ongrondwettelijk en de ongrondwettelijke verkiezingen liggen nog maar enkele maanden achter ons. De regeringsonderhandelingen zitten ondertussen muurvast en de Belgische politiek heeft haar hoop gevestigd op de Koning.

‘In u alleen o Koning geloven we nog’ schreven de frontsoldaten in hun eerste open frontbrief.  90 jaar geschiedenis hebben ons geleerd hoe vaak wij belogen en bedrogen werden, niet in het minst door de Saksen-Coburgers. Wij hebben dan ook andere boodschap  voor de Koning.  De visionaire dichter Albrecht Rodenbach parafraserend zeggen wij : ‘Sire, ween van spijt en werp uw kroon naar Borms’

Een ding is ondertussen duidelijk: enkel door consequent gebruik te maken van onze democratische meerderheid en door de Belgische wetjes waar nodig opzij te schuiven zal Vlaanderen bereiken wat het moet bereiken: de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde als voorbode voor de onafhankelijke Vlaamse staat.

Toespraak gastspreker Johan Laeremans

IJzerwakers,

Met grote schroom maar ook met dankbaarheid heb ik na enig overleg met bestuursleden van enkele Vlaamsgezinde verenigingen, waarin ik actief ben, de uitnodiging van uw comité aanvaard om hier in een notendop in persoonlijke naam over de Vlaamse gordel rond Brussel te spreken. Zonder veel statistisch cijfermateriaal. Want dat kon u in velerlei boeken en tijdschriften lezen. O.m. dat van een zekere Bart: “Verbrusseling Tegengaan of ondergaan?” En dan begrijpt u het spreekwoord: “De appel valt niet ver van de zoon.”

Onder de hoofding: “Vlaanderen: laat de Rand niet los!” werden wij uitgenodigd voor de zesde IJzerwake in Steenstrate, waar twee jaar vóór de dramatische dood van de gebroeders Van Raemdonck in 1917 zowat zesduizend hoofdzakelijk Vlaamse soldaten bij de eerste Duitse gasaanval werden aangetast. Hier schreven soldaten op hoger bevel en aan beide zijden van de frontlinie de geschiedenis van de Grote Oorlog. Bij deze toen vier jaar durende IJzerwake in de meest mensonwaardige omstandigheden, onder anderstalig en vaak onderdrukkend bevel, hebben Vlaamse frontsoldaten de Frontbeweging uit de grond gestampt en de latere Frontpartij, draagster van het Vlaams-Nationalisme van toen, vorm gegeven.

Bij deze herdenking passen ingetogen  en dankbare terugblik maar ook doelbewuste en strategische vooruitblik.

“Hier ons bloed, wanneer ons recht?” schreven frontsoldaten op de Steen van Merkem. Ook wij, in de Vlaamse gordel rond Brussel, vragen wanneer wij eindelijk na vele jaren ontvoogdingsstrijd, waarbij wij in die gordel nog al eens het kind van de rekening werden, en waarbij het Arme Vlaanderen van Pater Stracke tot een rijke regio in Europa evolueerde, eindelijk een vanzelfsprekend onderdeel van een zelfbesturend Vlaanderen zullen worden. Neen, wij zijn geen Brusselse randgemeenten, die voor vele Vlamingen verloren schijnen en dus door franskiljons mogen opgeëist worden als pasmunt voor een ondermaatse splitsing van een kieskring.

Laat mij u in het kort het schoolvoorbeeld verhalen van Wezembeek-Oppem, mijn doelbewust verfranste gemeente uit uw en onze Vlaamse gordel.

In 1925 wordt de NV Immobilia opgericht met graaf Xavier de Henricourt de Grunne, de Wezembeekse burgemeester. Hij laat een algemeen plan van aanleg indienen met uitgebreid stratennet, waarbij een heel pak gronden van kleine boeren na verzet wordt onteigend omwille van openbaar nut. 6 frank per m² is het schamel onteigeningsbedrag waarmee de Vlaamse boerkens worden afgescheept. Op die manier beschikt deze maatschappij over 125 ha of zowat 1/5 van heel Wezembeek-Oppem. Vijf jaar later maakt ze werk van een elektrificatie van de bestaande spoorweg naar Tervuren om hoofdzakelijk anderstaligen een grond te laten kopen in de buurt van deze spoorweg. In 1938 financiert ze een kapel om een overwegend Franstalige kapelanij, later parochie uit de grond te helpen stampen. Zes jaar later, in 1944, drie jaar vóór de laatste talentelling, bijna twintig jaar vóór Hertoginnedal, voert een verfranste en franskiljonse pastoor, Floeren Vest in de Vlaamse volksmond, een complete verfransing in de paroisse Saint-Joseph door: geen Vlaamse of tweetalige missen meer, geen Vlaamse biecht, geen Vlaamse communievoorbereiding of viering, geen Vlaamse huwelijksmissen, geen Vlaamse begrafenissen. Jarenlang pendelt een Vlaamse parochiedelegatie naar Mechelen om eindelijk na meer dan tien jaar aandringen van de hulpbisschop een Vlaamse vroegmis voor de meiden te krijgen. In 1955, dus acht jaar vóór het akkoord van Hertoginnedal zegent hij een Franstalige school in in zijn parochie. Kort na zijn aantreden als pastoor komt in 1947 een nieuwe telg van het geslacht de Grunne, Baudouin, de burgemeesterssjerp omgorden. Bij de laatste talentelling van 1947 wordt meteen bewezen geknoeid. Vanaf het begin worden avant la lettre faciliteiten in de praktijk meer dan gegund en toegepast. Hij maakt de gemeentelijke administratie onwettig tweetalig. Als goed bezoldigd directeur van de toenmalige Bond van Belgische Steden en Gemeenten is het voor deze graaf een koud kunstje om ook het lokale verenigingsleven en bijna vijftig jaar Vlaamse dorpspolitiekers te lijmen. Hij bestuurt aan het hoofd van zijn tweetalige lijst na de effectieve invoering van de faciliteiten, waarvan hij beweert de gangmaker te zijn geweest, met een afwisselend Nederlandstalig en franskiljons schepencollege. Hij is de grote promotor van megalomaan bouwproject Ban-Eik, waarvoor meer dan vierhonderd gezinnen tot in het verre Charleroi worden geronseld. Hij bereidt op die manier het pad van zijn nog veel franskiljonsere opvolger, baron van Hoobrouck, twee handen op één buik met zijn FDF-vriend Olivier Maingain. Vandaag is de tweetalige lijst van de Grunne politiek dood en begraven. Vandaag is het schepencollege bij ons compleet franskiljons, gisteren en vandaag vertikte en vertikt het Vlaamse decreten toe te passen. Wie kan ons verklaren waarom er al dertig jaar tegen de grondwettelijke regels in een Franstalige muziekschoolfiliaal van Sint-Pieters-Woluwe kan bestaan? En dat de Vlaamse minister van Onderwijs en van de Rand daar geen stokje kan voor steken?

Vandaag is van Hoobrouck, recent nog kandidaat op de MR-FDF-senaatslijst en dus duidelijk Franstalig, samen met drie van zijn collega’s in Rode, Linkebeek en Kraainem nog altijd niet benoemd als burgemeester van een Vlaamse gemeente. Hopelijk hoort hij eindelijk minister Marino Keulen donderen.

Als symptomatische afsluiter voor de mentaliteit en de verdraagzaamheid van de lokale bewonderaars en parochianen van pastoor Vermeulen kan ik vertellen dat bij een stoetincident in de parochiekerk, de sluier van één van de wachtende meisjes in brand schoot. “Ce n’est qu’ une flamande” (Het is maar een Vlaams meisje) kon je horen fezelen.

En wat met de politieke vrijheid van mening aldaar? Wanneer in het Wereldtentoonstellingsjaar 1958 een groep Vlamingen een plaatselijke Volksuniemeeting wil houden, moeten zij een zaalveldslag met een twintigtal plaatselijke franskiljonse studenten uitvechten, die Frans Vander Elst en Wim Jorissen het spreken willen beletten.

Bij onderhandelingen over mogelijke verkavelingsplannen van de zes faciliteitengemeenten liet burgemeester de Grunne voor zijn gemeente straatplannen voorleggen waarin huis per huis de taalaanhorigheid te lezen was. Toch opvallend dat een blok met uitsluitend Nederlandstaligen in de Leopold III-laan op die plannen weggetoverd was.

En als Vlabinvest een gedroomd woonproject in Wezembeek-Oppem wil uitwerken voor vijfendertig wooneenheden, dan heeft het gemeentebestuur van deze Vlaamse gemeente met burgemeester baron van Hoobrouck de uitvoering ervan elf jaar tot vorig jaar laten aanslepen.

Zo hebben onze zes faciliteitengemeenten, Drogenbos, Kraainem, Linkebeek, Rode, Wemmel en Wezembeek-Oppem hun eigen verfransingsverhaal. De verfransing duurt aldaar, alle Vlaamse bevoegdheden en alle inspanningen van de Vlaamse overheid ten spijt, voort. De jongste gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen hebben het voldoende aangetoond.

Terwijl Vlaanderen, dus ook u, jaar na jaar nu al tien miljoen euro betaalt om het Franstalige kleuter- en  basisonderwijs in de Vlaamse faciliteitengemeenten te financieren,  heeft het in die scholen geen pedagogische en nauwelijks taalinspectie. Overleg daarover met Franstalig minister Arena haalt geen barst uit, en dus durft Vlaams minister Vandenbroucke geen eenzijdige en beloofde Vlaamse tegenmaatregelen treffen. Maar hij blijft wel de Franstalige scholen bij ons financieren en de Vlaamse school in Komen op de koop toe betoelagen omdat de Franse Gemeenschap het vertikt de federale taalwet toe te passen.

Reden te over om bij de huidige communautaire besprekingen de afschaffing van de 44 jaar oude en bovendien misbruikte faciliteiten op de onderhandelingstafel te leggen. Patrick Dewael kan zijn plechtige belofte dan eindelijk waarmaken. Die faciliteiten hebben immers een pak anderstaligen de gelegenheid geboden zich niet aan te passen. Zij hadden ook een onvoorstelbaar aanzuigeffect voor Franstaligen uit Brussel en Wallonië. Die waren en zijn allemaal uit vrije wil naar het Vlaamse Wezembeek-Oppem of andere gemeenten van de Vlaamse gordel gekomen. Zij hebben op aanstoken van de franskiljonse leiders en partijen met hun Herrenmentaliteit als bezetters stukken van deze gordel gekoloniseerd en er de lokale politieke macht gegrepen. Vandaag dreigen zij ermee voor wat grondwettelijk al meer dan twintig jaar moest gebeurd zijn, nl. de splitsing van de kieskring BHV en van het gerechtelijk mastodontarrondissement, Brussel, Vlaanderen, dus ieder van u, een zware prijs te laten betalen: de overheveling, al of niet na referendum, van een pak gemeenten naast de zes faciliteitengemeenten naar het Brussels Gewest. Waar zelfs Vlaamse politici als de Brusselaars Pascal Smet, Sven Gatz en Guy Van Hengel uit dit kunstmatig met veel Vlaams geld overgefinancierd gewest, geen traan zouden bij laten.

Als dankbare geste voor meer dan tachtig jaar politieke, geestelijke en taalkundige verknechting van het Vlaamse ommeland van Brussel, moeten we  volgens hen de nog steeds uitdeinende olievlek nieuw brandstof geven.

Alsof deze heren nooit hebben gehoord van de systematische verfransing sedert 1830 van al de negentien gemeenten van Brussel in de opeenvolgende annexaties of Anschluss-operaties van onze hoofdstad. Net alsof daar de taalwetten correct en hoffelijk worden nageleefd in een land, waar de Nederlandstaligen steeds de meerderheid hebben uitgemaakt.

Bij uitbreiding werden door de Vlaamse regering naast de zes faciliteitengemeenten ook nog 13 andere Vlaamse gemeenten bij haar strategische visie over de Vlaamse gordel rond Brussel onder de term “Vlaamse Rand” gevoegd. Dat zijn dan, in een toch wel kunstmatige indeling, de 13 Vlaamse gemeenten die ofwel aan Brussel ofwel aan één van de zes Vlaamse faciliteitengemeenten grenzen. In de ogen van de MUG-dienst van Erasme, o Lof der Zotheid, mag je daar probleemloos bijvoorbeeld Roosdaal aan toevoegen. Want in het Gezin van Pamel, en zeker in het bejaardenhuis aldaar, kan je in noodgeval een Franse eentalige dokter op je dak krijgen. En waarom niet al de 35 gemeenten van Halle-Vilvoorde, waar MR eentalig Franse verkiezingsfolders laat verspreiden ten behoeve van intellectuelen die blijkbaar niet in staat zijn Nederlands te leren?

Voor die zogeheten Vlaamse Rand heeft Vlaanderen een bevoegd minister, beleidsnota’s en –brieven, een Randkrant en een vzw de Rand. Die regering doet daar, strikt binnen haar bevoegdheden wat ze meent te moeten en soms te kunnen doen. Allicht iets meer dan “Kurieren am Symptom.  Maar soms snijdt ze ook in eigen vel: medewerking aan een overbodig en duur Gewestelijk Express Net, het GEN, maar erger nog: haar voorstel voor een Vlaams Stedelijk Gebied rond Brussel. Tussen de stad in nog wat groen en wat parken om Breughel nog een reservaat te gunnen. Recent gaf de Vlaamse regering nog een zeer informatief rapport uit onder de titel “Sociaaleconomisch profiel van de Vlaamse Rand en een blik op het Vlaams karakter.” Daaruit blijkt geresumeerd en ik citeer “dat de bedreigingen van het Vlaams karakter niet min zijn en dat wat ze de “ontvlaamsing” noemt, verder toeneemt.”

Reden te over om de Vlaamse strategie, zowel van het Vlaams verenigingsleven als van de politici, waarvan sommigen nu aan een onderhandelingstafel zitten over een mogelijke federale regering, onder de loep te nemen.

  1. Is het wel opportuun om in onze benadering van de problematiek te blijven spreken over ‘De Rand’? Daarmee spelen we immers in op wat de Franstaligen, gevolgd door de meeste buitenlandse media, nu al decennialang ‘la périphérie bruxelloise” noemen. Alsof die integraal deel uitmaakt of zou moeten uitmaken van de Europese hoofdstad Brussel.
  2. Als al onze Vlaamse gemeenten grondwettelijk deel uitmaken van het Vlaams Gewest en zeker van het Nederlandse taalgebied, dan lijkt het creëren van een ‘Rand’ iets als een afzonderlijk taalgebied, dat vroeg of laat in de verdrukking komt of inwisselbaar voor wat dan ook zou kunnen zijn.
  3. Met die grondwet in het achterhoofd moet het voor iedereen duidelijk zijn dat geen enkele Vlaamse partij ook maar één gemeente en zelfs maar een gehucht of één straat van ons gewest en van ons taalgebied kan of mag prijsgeven. Daarvoor is grondwettelijk de helft van de Vlaamse Kamerleden en Senatoren nodig. Als het Belgisch Volkslied ons aanmaant: “Nooit zal men ons een morzel gronds ontwringen”, dan zie ik niet in waarom we deze aanmaning in de wind zouden mogen slaan.
  4. Wallonië houdt onverkort aan het territorialiteitsbeginsel van zijn grondgebied, Waals-Brabant is integraal Waals is. Waarom moeten wij dan de indruk geven dat dat voor Vlaams-Brabant niet het geval is? Wie in Waals-Brabant woont, is Waal. Wie in Vlaams-Brabant woont, mag zich blijkbaar zonevreemd gedragen en extraterritoriale rechten opeisen.
  5. In Waals-Brabant kan geen enkele kiezer een stem uitbrengen op een Nederlandstalig kandidaat uit Brussel of Vlaanderen. Waarom kunnen dan voor de Senaat in 35 Vlaamse gemeenten van Halle-Vilvoorde 233 Walen of Franstalige Brusselaars en voor de Kamer 284 Franstalige Brusselaars alleen al op Franstalige lijsten wel kandideren?

IJzerwakers,

Wie hier vandaag de IJzerwakers van negentig jaar geleden komt herdenken, moet beseffen dat die herdenking ook een opdracht inhoudt. Toen was het “ Hier ons bloed”, vandaag “Hier ons geld”  maar ook nog steeds  “wanneer ons recht?”

Samen met ons vragen wij u vanaf vandaag ook Gordelwakers te zijn. Die gordel is onlosmakelijk: ons en uw Vlaanderen.

In, maar ook buiten de partijpolitiek vragen wij u, samen met anderen daarvoor aan één en hetzelfde Vlaamse zeel te trekken. Vlaamse vrienden, laten we, in plaats van te scheiden, verbinden.  Die tijt es cort, hier is nog vele te doene. Met de oproep van de Roeselaarse Rodenbach doen wij met uw steun in de Vlaamse gordel voort in rusteloze werkzaamheid.

Laat mij eindigen met een actuele vraag en een vervulbare wens. Hoe vertaalt u naar het Frans “Het eindpunt van België?” “Le terme de la Belgique.” Aangevuld in de taal van de officieren aan het front alhier negentig jaar geleden: “Et pour les Flamands la même chose.”