Welvaart en welzijn door onafhankelijkheid

IJzerwake 2009Verslag

Voor de achtste keer werd op 23 augustus de IJzerwake georganiseerd in Steenstrate bij Ieper, nabij het monument voor de gebroeders Van Raemdonck op de eigen weide van de gelijknamige vzw. Een sober, maar elk jaar ander en groter decor wijst de meer dan 5000 aanwezigen waar de wake plaatsvindt, en waar er daarna onder vrienden een hapje en een drankje kan genuttigd worden (bij het mooie weer van dit jaar was vooral dat drankje van onschatbare waarde!). Een podium uit verschillende delen, deels overdekt om in alle weersomstandigheden aan de diverse medewerkers beschutting te geven (de zangkoren, de fanfare, de verschillende sprekers en zangers), de regietent, secretariaatstent (waar Lieve van Onckelen de administratie regelt) kassa’s, perstent,… Alles wordt in de dagen voorafgaand aan de wake in gereedheid gebracht door een sterke ploeg vrijwilligers onder leiding van Luc Vermeulen. En -ere wie ere toekomt- het moet gezegd dat de mensen van Voorpost zowel bij de opbouw als afbraak het leeuwendeel voor zich nemen!

De aankleding wordt door onze onovertroffen kunstenaar Gilbert de Corte met zijn medewerkers elk jaar op een andere manier ingevuld. Ook dit jaar wist Gilbert met een prachtige wandversiering uitdrukking te geven aan ons thema! Een beeldscherm wordt voor de eerste keer uitgeprobeerd om het podiumgebeuren nog dichter bij de aanwezigen te brengen.

Zondagmorgen vanaf 8 uur voltrekt zich dan een jaarlijks weerkerend scenario: terwijl de mensen van de regie, beeld en geluid allerlei afspraken maken met de toekomende medewerkers en artiesten, stromen ook de mensen reeds toe; langs het jaagpad, of vanuit de omliggende parkeerweiden… tegen half elf is het een gezellige drukte. Ongelooflijk hoeveel getrouwen ook nu weer naar deze afgelegen plek afzakten om te getuigen voor de Vlaamse zaak!

Klokslag elf uur begint de wake met een eucharistieviering en een hulde aan pater Aernouts, de priester die altijd en overal -en desnoods alleen- de kant van Vlaanderen heeft gekozen. In hun enthousiasme zongen de celebranten wel enkele onaangekondigde liederen, wat de viering deed uitlopen en de regie noopte om een stevige vaart in het programma te houden.

Trompetgeschal en de wake start op een zonovergoten weide, met een gedicht aan Vlaanderen van P. Van Leeuwen, om vervolgens in samenzang onder leiding van Peter Leys de enthousiaste massa aan ‘t werk te zetten. Een waardige opvolger van Gust Teugels; de Gust aan wie zingend Vlaanderen ongelooflijk veel dank verschuldigd is, en die tot onze vreugde na gezondheidsproblemen toch weer aanwezig was op de wake! Er komt heel wat tekst in het programma dit jaar! Maar de scherpe en sterk geformuleerde teksten van Anton Aldi, worden gesmaakt door het publiek, dat regelmatig de voordrachtkunstenaars Elke en Hans onderbreekt met applaus.

Speelschaar Ossaart brengt met een groep jonge dansers een ode aan de IJslandvaarders, begeleid door accordeon en zang. Een frisse vertoning, hedendaags en op zijn plaats. De telkens weer ontroerende dodenhulde, op teksten van Erik Verstraete, en ingeleid door de fijfers van het VNJ op de tonen van ‘Ik had een wapenbroeder’, brengt een lange stoet van kransen aan, gedragen door studenten, militanten en VNJ’ers. Het aantal kransen en bijdragen voor de bloemenhulde verhoogt elk jaar, de bloemstukjes worden na de wake door vrijwilligers naar oorlogsgraven in de buurt gebracht. Het historisch gedeelte wordt afgesloten met de toespraak van de voorzitter, als overgang naar de actualiteit. Wim de Wit moet even geduld hebben, want uittredend voorzitter Johan Vanslambrouck krijgt een warm applaus en een herinneringsfoto aangeboden voor de jaren dat hij als eerste voorzitter succesvol aan de weg timmerde.

En Wim wil duidelijk aan diezelfde weg voortbouwen. In een lange uiteenzetting spreekt hij de hoop uit om terug verenigd onder de IJzertoren voor Vlaanderen te kunnen ijveren, en geeft hij de federale regering met kardinaalpremier Van Rompuy enkele stevige vegen uit de pan! Zijn woorden aan het adres van de ‘totentrekker’ uit Laken, die de bevolking opriep tot matiging, om dan voor zichzelf in het buitenland een luxejacht aan te schaffen, worden door het publiek gretig aanvaard! Rik Gorissen zorgt dan met enkele kleinkunstliederen voor de broodnodige afwisseling tussen politieke woorden en cultuurbeleving, waarna gastspreker Frans Crols zijn economische boodschap brengt, in het kader van ons thema. En ja, onze gastspreker – en een gastspreker is in tegenstelling tot de voorzitter niet gebonden het standpunt van de inrichtende vzw IJzerwake te vertolken – krijgt veel bijval voor zijn economische analyse van België, en de noodzaak van Vlaamse staatsvorming, maar zijn ‘Brussel-standpunt’ wordt niet door iedereen gedeeld. Frans probeert in een stevig onderbouwd pleidooi zijn standpunt inzake Brussel ingang te doen vinden, maar niet alle aanwezigen volgen hem daarin, hoewel hij van velen een applaus en achteraf felicitaties mocht ontvangen, zoals van Jef Elbers. Hoe dan ook is in Steenstrate het debat geopend, niet om in tweedracht te verzanden, maar om met gezond verstand van gedachten te wisselen, de blik op de toekomst gericht!

Jef Elbers hoort van op de weide hoe de ‘Andersjevs’ zijn liederen ten gehore brengen en ziet er tevreden uit. Hij gaat dan ook het podium op om de jeugdige zangers een stevige handdruk te geven, die ze zeker gewaardeerd zullen hebben. In een wervelende apotheose volgen de VNJ-kapel, de kinderen uit de jeugdwake en de vaandels elkaar op naar de ‘eed van trouw’ toe, ditmaal gebracht door de uittredende en nieuwe voorzitters Johan en Wim. De nationale liederen sluiten deze geslaagde achtste editie traditiegetrouw af.

Een steeds grotere groep mensen vindt na de wake de weg naar het IJzertreffen, waar VNJ en JSK hun rol van gastheer weer alle eer aan deden. Het goede weer zorgt voor de nodige dorst bij de aanwezigen, dus er wordt stevig getapt, en ook gegeten. Oude vrienden vinden mekaar weer om duchtig na te kaarten over de IJzerwake en de nodige grote en kleine plannen voor de toekomst te smeden 2010: welkom op de 9de IJzerwake. Wie er nog niet bij was, tot volgend jaar. Vraag het aan de aanwezigen, ze zijn onze beste reclame!

Gino Smits

Toespraak voorzitter Wim De Wit

Bedevaarders,
Waarde Vlaamse staatsburgers en medestrijders,

Met ons verstand zijn we vandaag opnieuw naar Steenstrate gekomen. Maar met ons hart zouden we in Diksmuide willen staan: herenigd rond de gebalde vuist van Vlaanderen, de IJzertoren, de toren van ons volk, die onvervreemdbaar aan álle Vlamingen toebehoort! Het is daar dat wij samen moeten herdenken, samen moeten vieren, samen onze vreugde en ons verdriet moeten delen. Het is op die heilige plaats dat wij ons samen, eensgezind, moeten bezinnen over de toekomst van ons volk.

Als nieuwe voorzitter en bevlogen door de wijze woorden van Willem Van Oranje, richt ik mij daarom bij deze en eens te meer tot het zetelend IJzerbedevaartcomite: “Laat ons eendrachtig, en één van zin, te samen gaan en laat ons te samen de verdediging van dit goede volk aangrijpen”. Want daar, Vlaamse vrienden, daar gaat het om. Vlaanderen móet, nu meer dan ooit, zijn toekomst zelf kunnen bepalen. Zonder België, omdat het moet! Tegen België, omdat het niet anders kan. Want samen, en alléén samen,  zullen we zoveel sterker staan! En daarmee zou ik mijn toespraak meteen kunnen beëindigen, want daarmee is ook alles gezegd.
Ware het niet dat er ook nog andere zaken zijn die onze aandacht verdienen.

Zoals Europa bijvoorbeeld.
En dat velen Europa enkel zien als een geldverslindend circus, is een feit.
En dat Europa weinig oog heeft voor zijn “volksgemeenschappen” is ook bekend. Nochtans moet het onafhankelijke Vlaanderen, waar mogelijk, met Nederland de krachten bundelen om samen in Europa en de wereld een rol van betekenis te spelen. De overtuiging dat we één groot-Nederlandse natie vormen groeit gelukkig ook in Noord- Nederland.
Maar het is niettemin datzelfde Europa dat ons de jongste 60 jaar ook heeft behoed voor oorlogen op ons Vlaams grondgebied. Wat niet wegneemt dat in bepaalde andere delen van Europa, de voorbije jaren wel nog gewapende conflicten zijn uitgevochten en waar de onvermijdelijke spanning tussen een verdrukkend staatsnationalisme en het bevrijdend volksnationalisme, ons ook vandaag nog zorgen baart. En dat is ook buiten Europa niet anders.
Denk maar aan de permanente nucleaire dreiging die uitgaat van landen zoals Iran, Noord-Korea, Afghanistan en dergelijke meer. Landen waar op de rug van een verpauperde bevolking, gigantische kapitalen worden verkwist aan de ontwikkeling van kernwapens. En ook hier moet Europa het voortouw nemen en samen met de rest van de internationale gemeenschap, alles in het werk stellen om deze waanzin te stoppen. En misschien moeten we ons in die context en in de geest van de “nooit meer oorloggedachte “, dan ook maar eens durven afvragen of een onafhankelijk Vlaanderen nog wel een eigen leger nodig heeft? Of anders gezegd, kan Vlaanderen zijn bijdrage aan een Europese vredesmacht niet evengoed op een andere en humanere manier invullen? Vragen, waarop Vlaanderen eerder vroeg dan laat toch een antwoord zal moeten geven!

Maar Vlaanderen, beste vrienden, heeft ook nog andere zorgen!
In De Tijd maakte journalist Bart Haeck onlangs een hallucinante balans op van wat er op het federale niveau sinds 2007 zoal is gebeurd –  ik bespaar u de details – om vervolgens vernietigend te besluiten dat het enige wat kardinaal-premier Van Rompuy tot nu toe heeft gepresteerd, erin bestaat, het oorverdovend stilzwijgen van zijn regering uit te leggen als een bewijs van stabiliteit. Zover zijn we mét België dus al gekomen!

Diezelfde kardinaal-premier schreef in 2007:”Ik weet dat sommigen met het idee spelen om een paarse regering te vormen die geen meerderheid in Vlaanderen heeft. En regering die alleen in Wallonië een meerderheid heeft speelt met vuur. Ik spreek nu in het belang van het land: dat is staatsgevaarlijk!” Nu is het zover. Van Rompuy leidt zelf een staatsgevaarlijke regering zonder meerderheid aan Vlaamse kant. Bovendien heeft zijn regeringsploeg 12 Franstalige tegenover 9 Nederlandstalige ministers/staats-secretarissen. Ofwel lijdt de man aan geheugenverlies ofwel is hij totaal onbetrouwbaar.
Ons besluit evenwel staat vast: de federale regering Van Rompuy kunnen  wij om democratische redenen onmogelijk als onze regering aanvaarden. Enkel de Vlaamse regering is onze legitieme regering!

Maar ondertussen weten we ook dat de Vlaamse verkiezingen van juni laatstleden niets hebben opgelost.
De overwinning van de N-VA kunnen we uiteraard alleen maar toejuichen. Maar het feit dat de N-VA enerzijds het belgisch niveau terecht ongeschikt acht om de Vlaamse belangen te vrijwaren, maar anderzijds blijft beweren dat de Vlaamse onafhankelijkheid via datzelfde niveau moet worden afgedwongen, kan ons alvast niet overtuigen. Trouwens, in zijn JOURNAAL van 17 juli jongstleden, maakt Mark GRAMMENS zonder meer brandhout van het Vlaams regeerakkoord en merkt hij ontgoocheld op dat “de enige strategie die Vlaanderen zelfbestuur kan bezorgen, te weten het afzien van belgische regeringsdeelname zolang het doel niet in het bereik ligt, er weer niet bij is”.

De strategie om niets te vragen, de eigen Vlaamse bevoegdheden maximaal aan te wenden en ondertussen af te wachten tot de Franstaligen op droog zaad zitten – de zogenaamde Maddens-doctrine – is nu reeds volledig mislukt.
Want de komende begrotingsopmaak zal dat duidelijk maken. Dat wordt het moment van de waarheid en het ziet er niet goed uit.
Door hun begroting mateloos te laten ontsporen geven de Walen en Brusselaars eenvoudigweg geld uit dat er niet is. Bovendien gaan ze op eigen houtje lenigen aan en verhogen zo de staatsschuld waarvan 70% ten laste van Vlaanderen. Zij wachten dus niet op nieuwe Vlaamse centen, ze stelen ze gewoon door hun begrotingstekort te laten oplopen.
Op de Vlaamse politici – ongeacht  in welke regering  ze zitten – rust een loodzware verantwoordelijkheid.  Als zij  deze historische oplichting toelaten verkwanselen ze zonder meer de toekomstkansen van onze kinderen en kleinkinderen.

Bevat het Vlaamse regeerakkoord dan niets goeds? Toch wel! Zo zijn, naast het sterke economische luik, de geplande kinderbijslag en de hospitalisatieverzekering ongetwijfeld een positieve stap in de richting van een Vlaamse Sociale Zekerheid, zoals nadrukkelijk bepleit door het AK-VSZ en ondersteund door het Vlaams en Neutraal Ziekenfonds. Maar laten we niet naïef zijn, Vlaamse vrienden. Die maatregelen komen er pas later in de legislatuur, want de financiële middelen hiervoor ontbreken vandaag. En dus moeten we er strikt over waken dat het voorbereidend wetgevend werk, onverwijld, en dat betekent nu onmiddellijk, wordt aangevat, om te verhinderen dat de plannen voortijdig worden begraven in allerlei schimmige commissies!

Wat we uit de jongste verkiezingen wel moeten onthouden, Vlaamse vrienden, is het feit dat het Vlaams-nationalisme, opgeteld in al zijn varianten, nog nooit zo hoog heeft gescoord! Bart Maddens heeft het in De Standaard van 10 juni zelfs over “een nooit geziene monsterscore van 37,1 procent voor uitgesproken flamingantische partijen”, wat zelfs volgens Etienne Vermeersch – toch een onverdachte bron – ongetwijfeld als “een roep naar meer onafhankelijkheid voor Vlaanderen” moet gezien worden.

Maar toch, bedevaarders, ondanks deze enkele positieve noten zijn er bedreigingen te over om ons zorgen te maken: een paritaire senaat, een federale kieskring, samenvallende verkiezingen, uitbreiding van Brussel, de nieuwe financieringswet, de corridor door de Vlaamse gemeente Sint-Genesius-Rhode, herfederaliseren van bevoegdheden, het afschaffen van de taalwetten in Brussel en de rondzendbrief Peeters in de Vlaamse Rand, inschrijvingsrecht voor de Franstaligen uit de rand, bijkomend geld voor Brussel en ga zo maar door… en vooral niet te vergeten, de toegevingen die “sommigen” voor de splitsing van B-H-V nu al in gedachten hebben.
Kortom, Vlaamse vrienden, we zijn nog niet aan het feest en uiterste waakzaamheid blijft dus geboden!

Vandaar dat ik mij hier luidop durf af te vragen, niet “ Moeder, waarom leven wij?” maar “Moeder, in wat voor een land leven wij?”
En het juiste antwoord op die vraag komt van niemand minder dan Mark Eyskens: we leven in een apenland! Want inderdaad, Vlaamse vrienden:

– We leven helaas in een land, waar elke maatregel om de broze Vlaamse welvaart veilig te stellen, door de Franstaligen wordt bestempeld als een samenzwering tegen het land, tegen Wallonië en tegen Brussel en die steevast met een veelvoud aan belangenconflicten wordt afgeblokt.

– We leven helaas in een land, waar men om en bij de 1000 politici nodig heeft om een hoofdstad van 1 miljoen inwoners te besturen en waar over een simpele bouwvergunning niet minder dan 20 instanties hun zeg moeten doen, maar waar een Brusselse fransdolle bourgeoisie niettemin pertinent weigert om aan deze bestuurlijke chaos een einde te maken. Tijdens de onderhandelingen voor het eerste pakket van de staatshervorming (u weet wel: de borrelnootjes) vroeg Brussel een eenmalig bijkomende bedrag van 500 miljoen euro. Men stelde het als een Vlaamse overwinning voor dat het uiteindelijk “slechts 50 miljoen” geworden is. Na grondige analyse van de tekst is echter gebleken dat het hier om een jaarlijks terugkerend bedrag zal gaan. Leuke overwinning is dat!

– We leven helaas in een land, waar een naïef Vlaanderen jaarlijks 12 miljard euro vergooit in de bodemloze Waalse put. Zuurverdiend geld, dat door Wallonië gretig wordt geconsumeerd i.p.v. geïnvesteerd in zijn noodlijdende economie. De transfers zijn geen vangnet, maar een hangmat.

– We leven helaas in een land, waar de politici, door het ongesplitst laten van B-H-V, er zelfs niet meer in slagen om de eigen grondwet na te leven.

– We leven helaas in een land, waar Tom Auwers – om hem niet te noemen – die als beste kandidaat uit alle selecties is gekomen, alsnog de functie van administrateur-generaal van de Rijksdienst voor Pensioenen niet mag opnemen, gewoon omdat hij Vlaming is en er geen enkele Franstalige kandidaat slaagde in de selectie.

– We leven helaas in een ondemocratisch land, waar een democratische Vlaamse  meerderheid, door allerlei grendels, alarmbellen en pariteiten aan banden werd gelegd. En waar sommige politici er zelfs van dromen om daar als sluitstuk ook nog een paritaire senaat aan toe te voegen. Voor hen zijn dan ook deze woorden van Willem Elsschot bestemd: “Uw lied is uit, jij kreunt de laatste noten.”

– Wij leven helaas in een land, waar de volksvreemde en Vlaamsvijandige marionetten van de poppenkast van Laken, waarvan de meesten zelfs niet in staat zijn op een behoorlijke manier de taal van de meerderheid van het volk te spreken, nog steeds een onaanvaardbaar grote rol spelen in de politiek. Hun sterkste prestatie bestaat erin op kosten van anderen rijkelijk te leven zonder een noemenswaardige klap uit te voeren, waarmee ze meteen hun eigen overbodigheid en waardeloosheid aantonen. Albert de omfloerste gaf hiervan zopas nog een beschamend staaltje van hypocrisie: Op 21 juli riep hij nog op tot meer ethiek en stak hij een vermanend vingertje op tegen het toenemende materialisme en de graaicultuur in de samenleving. Een nieuw  luxejacht van 4,6 miljoen euro voor zuiver privéplezier lijkt mij bij uitstek een illustratie van dit materialisme. Daarvoor heb ik slechts één woord: schijnheilige totentrekker! Ik stel voor dat de recente verhoging van de ondemocratische dotaties wordt gebruikt als definitieve oprotpremie!

– En we leven helaas in een land waar sommige “zogenaamd” Vlaamse politici, hierin bijgetreden door het orakel van Laken, ons willen laten geloven dat Vlaamse onafhankelijkheid niet alleen een utopie is, maar bovendien overbodig, aangezien de reeds aangekondigde “staatshervorming” al onze problemen zal oplossen.
Jammer voor hen, want ruim 37 % van de Vlamingen geloven niet meer in dat belgische sprookje en beseffen maar al te goed dat het zo niet meer verder kan.
Beseffen ook dat onze welvaart er niet gekomen is dankzij België, maar ondanks België!
Dat de crisis ondertussen duidelijk heeft aangetoond dat onze welvaart broos is en alles behalve verworven.
En vooral dat België in de weg staat, om die welvaart ook voor de komende generaties veilig te stellen.

Het zal wel waar zijn, Vlaamse vrienden, dat de “gewone mensen” zoals Caroline Genez ze nogal neerbuigend noemt, inderdaad niet wakker liggen van een zoveelste “staatshervorming” waar ze toch niks van begrijpen.
Maar ze liggen wel wakker van een betaalbare gezondheidszorg!
Ze liggen wel wakker van een aangepast tewerkstellingbeleid dat hen een job verschaft!
Ze liggen wel wakker van een kindvriendelijk gezinsbeleid!
Ze liggen wel wakker van een falend justitiebeleid!
Ze liggen wel wakker van de onzekerheid over hun pensioen.
En ze liggen ook wakker van een duidelijk en consequent asiel- en migratiebeleid!

En dus verwachten zij ook terecht van elke Vlaamse politicus dat hij dat besef met hen deelt en om dezelfde redenen, niet alleen samen met hen wakker ligt, maar vooral politiek wakker blijft, om er ook daadwerkelijk “iets” aan te doen.
Want er is nu stilaan lang genoeg afgetast, gestudeerd, gedialogeerd en genegotieerd. En dus geen “staatshervorming” meer, maar gewoon de korte pijn.
Want, bedevaarders, België is geen optie meer.
De enige oplossing om als een volwaardige volksgemeenschap, cultureel, sociaal en economisch nog zinvol te overleven, kan alleen nog door Vlaanderen op de kaart te zetten als een zelfstandige staat  in Europa. En de enige manier om Vlaanderen op de kaart te zetten is door België er van af te schoppen. Nog liever vandaag dan morgen.

Daarom bezweer ik onze Vlaamse politici, en in het bijzonder de verkozenen van onze Vlaams-nationale partijen: verenig u in de “Godsvrede” van onze fronters en zet uw vérschillen en uw géschillen opzij. En maak werk van een gemeenschappelijke strategie met nog uitsluitend het thema van deze IJzerwake voor ogen: meer welvaart en welzijn in Vlaanderen door onafhankelijkheid!
En zoek het vooral niet te ver, dames en heren politici.
Herlees desnoods één van de 11 juli-toespraken van Guido Naets, waarin hij u dé oplossing aanreikt, door simpel te stellen dat Vlaanderen zijn onafhankelijkheid morgen al kan verwerven, op voorwaarde dat CD&V, N-VA, Vlaams Belang en LDD samen aan de kar duwen. Want samen hebben zij een voldoende meerderheid in het Vlaams parlement!
Onze onafhankelijkheid ligt dus als het ware voor het grijpen!

Laat dus niet langer de Coburgers, de Maingains, de Di Rupo’s, de Onckelinckxen, de Milquets en de Reyndersen nog over ons regeren. En ook niet hun vaste huurlingen in loondienst, die tegen beter weten denken dat zij ons kunnen blijven dicteren wat we mogen en niet mogen doen, wat we mogen en niet mogen zeggen, wat we mogen en niet mogen denken.
Weg met die en andere voogden!
En Vlaanderen vrij!
Want wij buigen voor geen vreemden! Gisteren niet, vandaag niet, nooit!

En daarom wil ik eindigen waar ik begonnen ben: bij de noodzaak van een onafhankelijk Vlaanderen. Zonder België, omdat het niet anders kan! Tegen België, omdat het moet!
Dat is onze ultieme opdracht, dat is onze plicht! Uw plicht en mijn plicht, om deze belgische staat te vernietigen.

Op mij kunt ge alvast blijven rekenen!

Ik dank u!

Toespraak gastspreker Frans Crols

Pelgrims voor Vlaanderen,
Vlaamse radicalen,

Cholera, mazelen, tyfus en pokken grepen Vlaanderen vast in de negentiende eeuw. Onze gezondheid zakte razend snel. De bloedarmoede was algemeen en iedereen leed aan la maladie des Flandres, zoals het ministerie van Volksgezondheid het noemde. Deze maladie des Flandres was een ziekte door ondervoeding. In Wingene moest de veldwachter dagelijks aan alle huizen aankloppen om te horen of iedereen nog in leven was. In Zomergem vielen zoveel tyfusdoden dat bij de begrafenissen de kisten soms in een rij van het altaar tot aan het kerkportaal stonden. De burgemeester van Brugge vaardigde een verbod uit om overdag met lijkkisten door de stad te rijden _ dat werkte te veel op het gemoed van de mensen. Midden de negentiende eeuw waren 205.846 van de 627.046 West-Vlamingen arm, één op drie. Elders was het geen zier beter.
De aardappelen werden aangetast door een onbekende ziekte. Jaar na jaar mislukten de oogsten. De Vlamingen stalen korenaren, groente, krengen. Voedselrellen braken uit. Op 17 mei 1847 werd in de straten van Gent gevochten. Burgemeester Constant de Kerchove de Denterghem werd gewond, alhoewel hij omringd was door een lijfwacht van pompiers. Wij waren een Derde Wereld, een koninkrijk van miserie.

Vlaamse radicalen, wat wij vandaag, hier en nu, een crisis noemen, is al bijna voorbij, en is tegen de achtergrond van ons dichtbije verleden, een crisis die oogt als marsepein.

Op eigen kracht, ALTIJD TOT MEESTAL tegen België in, hebben wij voornamelijk sedert 1950 een industriële, economische en wetenschappelijke renaissance verwezenlijkt. De voorbode van een Gouden Eeuw.

Voor een VOLWAARDIGE Gouden Eeuw is echter dwingend:
– ten eerste, Vlaanderen onafhankelijk verklaren, en
– ten tweede, met Nederland een confederatie vormen: de Confederatie van de Lage Landen. Ondanks de Scheldekwestie is Nederland onze natuurlijke economische, culturele en politieke bondgenoot. 1830 bestaat niet voor Vlamingen.

Ik ben veertig jaar actief in de economische journalistiek en zie de nieuwe Gouden Eeuw groeien.

De economie kent de korte golf en de lange golf. Vandaag is de korte golf de financiële crisis, de bancaire crisis, de economische crisis. Met goed beleid zijn de gevolgen daarvan beheersbaar, omkeerbaar en overwinbaar.

De lange golf is een mengeling van economische, psychologische, sociologische, geografische en historische elementen die soms lang in rijping zijn.

De lange golf is voor onze welvaart en ons welzijn belangrijker dan de rommeligheid van het beleid, dus die korte golf.

Wat is de lange golf in Vlaanderen?

– wij hebben vandaag goede tot uitstekende businessscholen met een Europese allure; het groeide onder André Vlerick tot wat vandaag de Vlerick Leuven Gent Management School is; jaarlijks worden daar, en bij andere businessscholen van Vlaanderen, honderden jonge mensen getraind om goede ondernemers te zijn. WIJ ZIJN STERK.
– wij hebben Vlaamse regeringen met goede economisch plannen. WIJ ZIJN STERK.
– wij hebben vandaag veel centrums van uitmuntendheid. Imec voor nanotechnologie en micro-elektronica, SCK voor de vreedzame kernenergie, VIB voor de biotechnologie, Vito voor de niet-nucleaire avantgardetechnologie, het Tropisch Instituut voor onderzoek naar wereldziekten als Aids, DSP Valley voor de nieuwste communicatiekennis, Leuven Incorporated, in samenwerking met Eindhoven en Aken, voor de uitzaaiing van nieuwe kennisbedrijven. WIJ ZIJN STERK.
– wij hebben vandaag uitstekend lager, middelbaar en hoger onderwijs in Vlaanderen. WIJ ZIJN STERK.
– wij hebben vandaag kranten en magazines die professioneel, hoogstaand verslag uitbrengen over de economie, de ondernemers, de nieuwe en de oude ondernemingen. WIJ ZIJN STERK.
– wij hebben vandaag nieuwe rolmodellen van ondernemingen in belangrijke niches. Melexis voor de auto-elektronica, De Eik voor de internationale verkoop van zuivel, Univeg voor de handel in groente en fruit, Roularta Media Group voor de uitgave van kwalitatieve, internationale tijdschriften en magazines, Katoennatie voor de logistiek in Antwerpen, in Europa, in Azië en Latijns-Amerika. Enzovoorts. WIJ ZIJN STERK.
– wij hebben traditionele rolmodellen die zich vernieuwen: Umicore van koper en zink naar duurzame materialen, Carta Mundi van het gekende kaartspel naar de nieuwste modes in de “games”, KBC van Bank van Hier naar de Bank van Europa, Vyncke uit Harelbeke van stoomketels naar milieutechnologie. Enzovoorts. WIJ ZIJN STERK.
– wij hebben vandaag in de dienstenindustrie, dé groeisector bij uitstek, meer en meer activiteit, er zijn rendabele festivals, er zijn Studio 100, Woestijnvis, Alfacam, De Mensen, Sylvester Productions; Vlamingen pionierden in de diensten: VLM, gesticht door Freddy Van Gaever was de voorloper van Ryanair en Easyjet, de Bongo Bonnen, gesticht door twee jonge Vlamingen, vernieuwen het massatoerisme. WIJ ZIJN STERK.
– wij hebben vandaag grote, knappe maatschappen in de architectuur, de advocatuur, de consultancy. WIJ ZIJN STERK.

Die lange golf brengt welvaart en de nieuwe rijken van Vlaanderen, en dat gaat van Jan met de Pet tot het lid van Rotary, vrezen dat het einde van België die welvaart in gevaar zal brengen. Het tegendeel is waar. BHV, de resoluties van het Vlaams Parlement, de techniekjes op het Belgische evenwichtskoord zijn belangrijk. Dat houdt ons, radicalen bezig. De 4.994.000 andere Vlamingen buiten Steenstrate, en hun stem is evenveel waard als die van mij en die van u allen, willen een geruststellende boodschap horen voor hun jonge welvaart.
Wij moeten die welvaart van de nieuwe rijken van Vlaanderen, en ik herhaal, dat gaat DUS van Jan met de Pet tot het lid van Rotary, redden door onafhankelijkheid. Wij moeten los van België of wij gaan kapot met België. Dat is dé boodschap voor alle Vlamingen.

België is het land met proportioneel de hoogste staatsschuld ter wereld;
België is het land met de hoogste belastingen per inwoner in Europa;
België is het land met de laagste pensioenen voor niet-ambtenaren;
België is het land waar een Vlaming een derde meer belastingen betaalt dan een Franstalige;
België is het land waar één volk, het Vlaamse volk, al 179 jaar buiten alle verhoudingen veel geld transfereert naar zijn buren, de Walen en de Brusselaars;
België is het land waar het minste wordt gedaan om de vergrijzing op te vangen;
België is het land waar wegens Waals syndicaal verzet de pensioenleeftijd niet kan worden opgetrokken;
België is het enige land in Europa waar het aantal ambtenaren de jongste tien jaar aangroeide met 87.000 mensen, ofwel 12,2 procent;
België is het land van de onopgeloste problemen (zoals de asielwetgeving, de organisatie van het gerecht, de inning van de belastingen);
België is een land met een elite van politici en een staatshoofd die dag na dag het geloof in het voortbestaan van dat land kwijt spelen. De angst giert door de zalen van Laken en de zalen van de Wetstraat. Koning Albert zou ik niet graag heten en Koning Albert zou ik niet graag zijn; Herman Van Rompuy zou ik niet graag heten en Herman Van Rompuy zou ik niet graag zijn.

Wat moeten wij oplossen en veranderen? Grote dingen en kleine dingen:
– de particratisering moet weg,
– de scheefgetrokken fiscaliteit moet weg,
– vakbonden zijn nuttig en noodzakelijk, toch moeten er in Vlaanderen grenzen gesteld worden aan hun overmacht, aan het parallelle machtscircuit van syndicalisten met een zwakke tot onbestaande legitimiteit; een dergelijke syndicratie moet weg,
– het verzet van de syndicaten tegen de minimale dienstverlening, de hervorming van de arbeidsmarkt moet weg,
– de dominantie van de administratie moet weg,
– het gebrek aan een goede werking van de vrije markt moet weg,
– het multiculturalisme, dat slecht en onderdrukkend is voor de inwijkelingen zelf, moet weg; iedereen in zijn kleuren- en godsdienstvakje stoppen is fout; wie hier binnen komt erkent de Leidende Cultuur, de normen en de waarden van Europa, en krijgt Vlaamse burgerrechten na de controle van zijn of haar graad van integratie.

België is een tranenland waaruit geen verlossing meer mogelijk is. Een land waarover ‘The Economist’, het meest kwalitatieve blad ter wereld, het bestaat 166 jaar en dat doe je maar als je boven alle pietluttigheid werkt, in september 2007 in een hoofdartikel schreef: “Als een land niet meer voldoet aan zijn taken, gom het dan weg.”

De vreedzame strijd voor een onafhankelijk Vlaanderen zullen wij winnen; één veldslag hebben wij verloren en dat moeten wij hier en nu erkennen.

Wat doet een ondernemer als hij wil onderhandelen over een oogmerk als de onafhankelijkheid van Vlaanderen? Dan doet hij neptoegevingen, toegevingen die hem niks kosten, en die de tegenpartij verleiden of knock-out slaan.

Vlaamse radicalen!!! Schuif een zware grendel weg van de poort naar de onafhankelijkheid. De neptoegeving die wij moeten doen om de onafhankelijkheid van Vlaanderen te bruuskeren is luid en zelfbewust zeggen: WIJ LATEN BRUSSEL LOS. Het Brussel van de 19 gemeenten, niet meer. NIET MEER. Die neptoegeving is een mentale omslag in het Vlaamse mythedenken maar die is passend en heilzaam. In talrijke gesprekken van de jongste maanden is mij meer dan duidelijk geworden dat het “WIJ LATEN BRUSSEL LOS” woelt in de hoofden van uw leiders, de leiders van de radicale Vlaamse strijdverenigingen. Er is vandaag een belangrijke Vlaamse vereniging die uitkijkt naar een nieuwe voorzitter en wil dat deze het beginsel “WIJ LATEN BRUSSEL LOS” verdedigt en symboliseert.

Geef, Vlaamse radicalen, uw leiders het mandaat en de moed voor deze neptoegeving. Klets, prakkezeer, fluister niet langer over Vlaamse onafhankelijkheid: geef de actie een stoot, een zweepslag. Dat zal niet lukken met VOORAF aanslepende en uitzichtloze onderhandelingen, neen, draai het proces om. Kies voor een EENZIJDIGE VERKLARING VAN ONAFHANKELIJKHEID, een EVO, en onderhandel aansluitend over de praktische kanten. Vraag niet aan België om te mogen scheiden. Volgend jaar, in 2010 wordt een halve eeuw Congolese onafhankelijkheid herdacht. De Congolezen hebben niks gevraagd, zij pakten hun onafhankelijkheid van hetzelfde koningshuis, hetzelfde establishment, hetzelfde verkalkte milieu dat geen Vlaamse onafhankelijkheid wil. Je kan dingen leren van de Derde Wereld.

Waarom zeg en herhaal ik: WIJ LATEN BRUSSEL LOS! Omdat wij ons niet mogen laten afdreigen. Het lossen van Brussel betekent niet het einde of de ondergang van Vlaanderen. Laten we lachen.

Ten eerste, voor wie eerlijk is, en geen kostwinner als beroepspoliticus in Brussel, weet dat wij die stad al decennia kwijt zijn door de onbeholpenheid en lafheid van de politieke generatie Martens (de drieledige staatshervorming was en is een schande). Mark Grammens zei in ’t Pallieterke van 9 maart 2009 in een lang interview onomwonden; ”maak u als Vlaming niet druk over dat zogenaamde verlies van Brussel, je levert wat bakstenen en architectuur in.”

Ten tweede. Als Vlaanderen zijn politieke greep op Brussel lost dan behoudt het TOCH tot in der eeuwigheid zijn economische, culturele, geografische, mobiliteitsbanden met die stad. Brussel, Vlaanderen en Wallonië blijven leden van de Europese Unie. Zij onderwerpen zich daardoor aan de vrijheid van kapitaalverkeer, de vrijheid van personenverkeer, de vrijheid van goederenverkeer, die de grondslagen zijn van deze Unie. Niks of niemand in Brussel kan, en zal zelfs willen, beletten dat Vlaanderen en Brussel op een nette wijze met mekaar omgaan zoals Vlaanderen (en België vandaag) dat doet en zal doen met Nederland, Zweden, Litouwen, Spanje en de overige lidstaten van de Europese Unie.

Ten derde. Wil je les belges francophones én de Brusselaars doen daveren, zeg dan het samenlevingscontract met de hoofdstad op. Maak hen duidelijk: vrienden, wij laten onze toekomst niet langer hypothekeren door een hoofdstad die de meerderheid van haar landgenoten vies vindt en die stelselmatig Vlaanderen koeioneert.

Ten vierde. De Vlaamse politici van de regering Peeters II, het Vlaamse parlement, de federale beleidsorganen blijven het spookbeeld “Brussel verliezen is een drama” oproepen omdat zij daardoor een alibi hebben, een taboe cultiveren om niks te hoeven doen voor een onafhankelijk Vlaanderen en Wallonië.

Ten vijfde. De hovaardige houding van het Brussels-Vlaams culturele establishment stemt overeen met de visie van de Belgische kolonialen voor de Congolese onafhankelijkheid. Het verhaaltje in 1960 in Léopoldville en Bruxelles luidde: “Laat die zwarten niet los. Zij hebben ons nodig.” Dezelfde praat voor de vaak hoor je bij de pedantocraten, de rijkelijk gesubsidieerden van de Vlaamse cultuurhuizen in Brussel: “Maak die Vlamingen niet los van Brussel. Die provincialen hebben ons nodig om geen clowns te worden.” Om te gieren. Wat Antwerpen, Gent, Brugge, Kortrijk en een resem kleinere steden vandaag doen overstijgt kwalitatief en kwantitatief wat Brussel cultureel en maatschappelijk produceert. De Brusselse culturelen hebben Vlaanderen en zijn belastinggeld nodig, niet wij die stad of hen. En wees er van overtuigd, als Vlaanderen onafhankelijk is, kruipen zij door het stof naar de nieuwe vetpotten van dat onafhankelijke land.

Ten zesde. Elk land dat onafhankelijk wil worden, maakt een afweging van de kosten en de baten. De kost van het verlies van de Vlamingen in Brussel weegt niet op tegen de baat om 5 miljoen Vlamingen hun eigen weg te laten gaan.
Hebben wij na Brussel geen hoofdstad meer? Wij zitten door het historisch schema van Brussel _ een centraliserend waterhoofd _ en de Belgische woestijn daarbuiten met een foute kijk op wat hoofdsteden zijn. Denk aan Den Haag, Bern, tot voor kort Bonn, allemaal volwaardige hoofdsteden in onze buurt. Veel landen hebben een beperkte politieke hoofdstad en spreiden hun diensten, administraties en bevoegdheden.
Maak van Mechelen de hoofdstad van Vlaanderen. Mechelen is mooi, heeft een verleden, een goede ligging en blijft buiten de discussie tussen Antwerpen en Gent over het recht op de eerste rang. Vul dan de rest in op zijn Nederlands met een spreiding van ministeries en taken in Vlaanderen.

Ten zevende. Philippe Moureaux, Olivier Maingain, Charles Picqué en andere Brusselse leiders staan vandaag en morgen zwakker dan de meeste Vlamingen denken. De Brusselaars, les Bruxellois, zijn inderdaad niet gekker dan andere mensen. Het zal de eerste jaren niet van harte gaan maar waarom zouden zij zich, zelfs al zouden zij dat kunnen, afsluiten van de talentenpot en de koopkracht van hun noorderburen en zuiderburen? Wat er DUS NIET, ik herhaal NIET, ontstaat is een 100%-ige breuk tussen Vlaanderen en Brussel. Een samenlevingsmodel als dat van Rijsel met Zuid-West-Vlaanderen zal groeien. Rijsel ligt in een onafhankelijk land, buiten de politieke controle van Vlaanderen of België. Toch hebben Rijsel en West-Vlaanderen drukke economische, commerciële en culturele banden waarvoor West-Vlaanderen niets moet bijdragen dan zijn koopkracht en sympathie.

Ben ik harteloos? Deels wel. De Brusselaars die ik met oprechte spijt en met ongeveinsde wroeging, in de steek laat, is de slinkende groep van moedige Vlaamse mannen en vrouwen – Sven Gatz, Brigitte Grouwels, Piet Van Waeyenberge, Johan De Mol en tientallen anderen – die blijvend opkomen voor een kwalitatieve en kwantitatieve politieke Vlaamse aanwezigheid in Brussel. Sorry, dames en heren, de teerling wordt geworpen.

Ik besluit:
– Brusselse vrienden, laten wij scheiden;
– leve de republiek Vlaanderen;
– leve de Confederatie van de Lage Landen.